De geschiedenis. Terug
..Met dank aan de Koninklijke BDU uitgeverij BV.

De Wet op de aanleg van de spoorlijn Amersfoort-Kesteren (Nijmegen) wordt bij Koninklijk Besluit aangenomen.

1876

In het eerste halfjaar wordt het tracé van Amersfoort tot Kesteren door landmeters uitgezet. In het tweede halfjaar worden de voorbereidingen getroffen voor de grondwerken te Rhenen, ten behoeve van de bouw van de spoorbrug over de Rijn. Voor de aansluiting met de spoorweg van de NCS te Amersfoort wordt een ontwerp op papier gezet.

1877

Het Ministerie van Oorlog dient een lijst met wensen in met het oog op de militaire stellingen in en langs de Grebbelinie.

1878

In het "Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden", no. 51, wordt de "Wet van den 8sten Mei 1878" gepubliceerd "tot onteigening van eigendommen ten behoeve van den aanleg van een spoorweg van Amersfoort langs Rhenen naar Nijmegen, door de gemeenten Amersfoort, Leusden, Woudenberg, Leersum, Veenendaal, Rhenen en Kesteren".
In dit jaar beginnen de onteigeningsprocedures.
De bestekken voor de brug bij Rhenen zijn gereed. Door de beide Kamers der Staten-Generaal wordt het ontwerp tot aanleg van de spoorlijn Amersfoort-Kesteren aangenomen.

1879

Onteigeningsprocedures voor de gemeenten Rhenen en Kesteren worden door Gedeputeerde Staten goedgekeurd.

1880

De goedkeuringsbesluiten van GS worden door de gemeentebestuurders van Rhenen en Kesteren ongewijzigd overgenomen.
   19.2. De eerste paal voor de bouw van de Rijnbrug gaat de grond in, vijf jaar na het wetsbesluit
           en vier jaar na de eerste opmetingen. Het werk aan de infrastruktuur van de omstreden
           spoorlijn is begonnen.
   26.8. Vergunning van grondwerken aan de aannemersfirma T. Weyers uit Tilburg. Drie
           locomotieven en 120 zandwagons worden aangevoerd. Tussen Veenendaal en Rhenen
           wordt begonnen met de bouw van de eerste kunstwerken, aangeduid als de "steenen
           poorten". Afgravingen in de Laarserberg te Rhenen.

1881

Vanwege de problemen met de onteigeningen wordt in Veenendaal een speciale commissie benoemd. In de gemeenten Amerongen en Leersum zijn de procedures over grondaankopen afgerond. Het definitieve tracé van de kruising bij De Haar met de spoorlijn van de NRS wordt vastgesteld. Er zal een ongelijkvloerse kruising door middel van een boogbrug gebouwd worden.
Bij de bouw van de fundamenten van de Rijnbrug heeft men te kampen met winterse problemen.
De bovenbouw van de brug te Rhenen wordt uitbesteed aan de Duitse fabriek "Gute Hoffnungshütte A.V. für Bergbau und Hüttenbetrieb" te Oberhausen.

1882

Ingebruikneming van de Staatsspoorlijn Geldermalsen - Tiel - Kesteren - Elst (Arnhem-Nijmegen), de latere Betuwelijn. De onteigeningsstaten voor Leusden en Woudenberg worden tenslotte goedgekeurd.

September 1882. De grootste overspanning van de brug bij Rhenen wordt gesteld en opgeleverd. In november van dit jaar volgen andere brugelementen, waarna voortgegaan wordt met de verdere afwerking van de brugbouw. De grondwerken te Veenendaal en Rhenen zijn gereed.
Ten behoeve van de aannemerswerkzaamheden bij De Haar wordt ter plaatse een tijdelijke aansluiting op de NRS-lijn gemaakt.

1883

Onteigeningsprocedures in Amersfoort zijn op gang gekomen. In Rhenen worden de laatste brugdelen gesteld, en de werken voltooid. Op 11 oktober 1883 wordt een belastingsproef op de brug uitgevoerd: 10 locomotieven en 8 wagons worden vanaf beide zijden de brug opgereden. Tussen Amersfoort en De Haar vinden omvangrijke zandtransporten plaats. Van de in totaal 31 wachterswoningen worden de eerste zes aanbesteed. De stationsgebouwen van Woudenberg-Scherpenzeel en Veenendaal worden opgeleverd.

1884

De brugoverspanning bij De Haar wordt gesteld.
De belastingsproef geschiedt met behulp van een flinke laag zand.
Bouw van een tijdelijk station in Amersfoort ten behoeve van de exploitatie Amersfoort-Kesteren.
Oplevering van bijgebouwen en een deel van de emplacementen in Woudenberg- Scherpenzeel, Veenendaal en Rhenen. In Veenendaal, Rhenen en Woudenberg zijn de seinen en wissels geplaatst. Militaire losplaatsen zijn bij dezelfde stations opgeleverd.
Vaststelling van de definitieve kruising met de NCS in Amersfoort en van de plaats van het te bouwen station voor de nieuwe spoorlijn (Amersfoort Staat).
De kruising bij De Haar wordt voltooid en opgeleverd.

1885

Hervatting van het werk aan het baanvak Amersfoort-De Haar. Definitieve oplevering: september 1885. Definitieve spooraansluiting in Kesteren opnieuw uitgesteld. Stationsgebouw te Kesteren gereed. Tijdelijke gebouwen in Amersfoort en Kesteren eveneens. Bouw van het aansluitwissel met de NCS te Amersfoort wederom door NCS afgewezen. Op 13 juni 1885 is de gehele lijn gereed: men kan van Amersfoort naar Kesteren stomen!

1886

In Rhenen wordt een symmetrisch wissel aangelegd, voor de overgang van enkel spoor (Amersfoort-Rhenen) naar dubbelspoor via de Rijnbrug naar Kesteren. Tegelijk wordt in Rhenen nog een tijdelijke locomotievenloods gebouwd. Op 15 februari 1886 - exakt twee dagen voor de officiële opening - wordt het aansluitwissel in Amersfoort geplaatst. Op last en onder toezicht van de Raad van Toezicht! De dag daarop weigert de NCS nog steeds op formele gronden het medegebruik van dit wissel. De toewijzing van de exploitatie van de lijn aan de HSM was oorzaak van deze dwarsliggerij. Op de avond van deze dag, daags voor de openingsrit, moet de HSM haar rijtuigen nog met hulpmiddelen door het zand slepen om ze op het eigen spoor te krijgen.
   17.2. Officiële openingsrit van Amersfoort naar Rhenen (Kesteren). De door de
           Staat der Nederlanden gebouwde spoorlijn kan tenslotte door de exploitante (HSM) na
           ruim tien lange jaren in gebruik genomen worden.
   18.2. Publieke opening van het baanvak Amersfoort- Kesteren.

1887

Op 30 november wordt uiteindelijk de definitieve regeling van het NCS/HSM-kruispunt te Amersfoort door de Raad van Toezicht vastgesteld.

1888

Definitieve oplevering van het bewuste wissel te Amersfoort. Het tijdelijke station Amersfoort-Staat wordt HSM-station.

1889

De doorgaande verbinding Amersfoort-Kesteren (Nijmegen) komt tot stand. In Kesteren zijn daartoe einde 1888, begin 1889 de noodzakelijke emplacementswijzigingen uitgevoerd. Een lang gekoesterde wens van de HSM is in vervulling gegaan: doorgaande rijtuigen van Amsterdam naar Keulen, via Amersfoort-Kesteren. De internationale HSM-verbinding Nederland-Duitsland-Zwitserland is er.

1891-1892-1893

Effektiever treinverkeer wordt mogelijk gemaakt door uitbreidingen en wijzigingen aan gebouwen en emplacementen in Amersfoort en Kesteren. Beide stations nemen een vitale plaats in bij het goederen- en reizigersvervoer.

1914-1918

In het eerste jaar van de Eerste Wereldoorlog wordt een voorstel ingediend om het baanvak Amersfoort-Kesteren dubbelsporig te maken. Tegelijk moet er dan een dubbelsporige (eventueel enkelsporige) aansluitingsboog bij De Haar komen tussen de lijnen Utrecht-Arnhem en Amersfoort-Kesteren, vooral bedoeld ter ontlasting van het nauwe emplacement bij Arnhem. Het omvangrijke emplacement bij Maarn (vandaag de dag de zandafgraving) speelt hierin een belangrijke rol. Vandaar kunnen de zware goederentreinen rechtstreeks over de aansluiting naar Kesteren gevoerd worden.
De belangen van het Ministerie van Defensie schijnen eveneens een rol gespeeld te hebben. Plannen voor een etagestation (station met twee verdiepingen) worden tevens op papier gezet, te bouwen aan de kruising bij De Haar. Door gebrek aan houten dwarsliggers (de import uit het buitenland stagneerde door te weinig scheepsruimte wegens oorlogsverliezen) moeten de plannen terzijde gelegd worden.

1921-1922

Tussen Amersfoort en Woudenberg wordt de baan dubbelsporig gemaakt. De aansluitingsboog met twee seinhuizen bij De Haar wordt gebouwd, dubbelsporig, als west-zuid verbinding tussen beide hoofdlijnen. Voorzover bekend heeft de verbindingsboog nimmer dienst gedaan. Het geplande etagestation komt niet verder dan de bureaulade. De financiën worden krapper en vele grootse plannen kunnen niet tot uitvoering komen.
Tenslotte ondergaat het emplacement te Amersfoort (HSM) enkele uitbreidingen en krijgen alle stations langs de lijn Amersfoort-Kesteren elektrische verlichting.

1939-1940

Algehele mobilisatie en strijd om de Grebbeberg en Grebbelinie. Vernielingen langs de gehele lijn. De spoorbrug bij Rhenen wordt door de Nederlandse strijdkrachten vernield en het spoorwegviadukt in de straatweg Rhenen-Wageningen opgeblazen. Gevechten rond het station Rhenen en het spoorgat (ingericht als verdedigingslijn). 13 december 1940: herstel van de spoorbrug door middel van een enkelspoorverbinding (Rhenen-Kesteren).

1940-1944

In de oorlogsperiode ontstaat geregeld schade door sabotage (verzetsstrijders) en aanvallen door geallieerde vliegtuigen. Het treinverkeer is ongeregeld, met name in de laatste periode. Veel landgenoten reizen met het lokaaltje naar de Betuwe om voedsel te bemachtigen. Bijnamen uit die tijd zijn o.a. "De Kersenlijn" en de "Duitse lijn". Ooggetuigen melden, dat veel transporten met gedeporteerde (Joden) landgenoten over de lijn gaan.

1944

17 september. Grote algemene spoorwegstaking en landingen van geallieerde troepen bij Arnhem. Staking van treinverkeer over het gehele land. Vanuit Amersfoort rijdt 18 september nog een trein tot aan Rhenen. Enkele dagen later wordt de brug bij Rhenen gebombardeerd en vernield. Bij hun aftocht in het voorjaar van 1945 laten de Duitse troepen een spoor van vernielingen na.
De spoorbrug wordt grondig vernield. De brug bij De Haar wordt eveneens opgeblazen. Tevens is door aanvallen vanuit de lucht schade aan lijn en gebouwen toegebracht.

Algemeen

Duidelijkheidshalve dient vermeld te worden, dat de spoorlijn Amersfoort-Kesteren werd aangelegd door de Staat der Nederlanden; de uitvoering van de werkzaamheden viel onder het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid, afdeling Staatsspoorwegen.
Bestekken en voorwaarden werden opgemaakt door genoemd ministerie, wat tevens de vergunning van de uiteenlopende werken onder zijn beheer had. Er moesten stations- en andere gebouwen komen, seinhuizen, loodsen, perrons, los- en laadplaatsen, viadukten, bruggen en voor de beveiliging allerhande apparatuur, dit laatste samengevat onder de noemer "seinwezen". Het was een kleurrijk geheel waarvoor verschillende aannemers ingeschakeld werden.
De exploitatie van de sporlijn werd in handen van de H.S.M. gelegd.
Bron: G.A. Russer.

Terug